vrijdag 20 mei 2011

Beeldvorming

Laatst stond ik met een deelnemer, Jan,  te praten over van alles en nog wat. Ineens zei hij tussen neus en lippen door: “Acteurs zijn zeg maar erg onzeker”. Na enig doorvragen verklaarde hij: “Ze verschuilen zich achter een rol, zeg maar”. “Ze verschuilen zich achter een rol”, zei ik, maar het grapje kwam niet over.
Heel lang geleden zag je ze nog wel eens: acteurs die een assortiment aan brillen en petten in de rugzak met zich meevoerden, wie weet met etiketjes: dominant, afstandelijk, sociaal.
Ik heb zelfs wel eens een acteur gezien die een hele koffer met kleren meezeulde, ik geloof dat hij voor assessments drie pakken had. Ik zie ze weer door de gangen van de conferentiecentra lopen, ietwat haastig, hun handen om de tas met bevrijdende hoeden en oorbellen geklemd, met spanning uitkijkend naar het moment dat ze in hun rol mogen kruipen. Ik zie de verbaasde ogen van de deelnemers, ik zie de lol die ze hebben bij zo’n vertoning en ik zie het medelijden dat ze voelen voor deze acteur die blijkbaar niet geschikt is voor een normaal beroep. Ook ik heb ooit op het punt gestaan om een rugtas aan te schaffen, met handig zakjes voor rekwisieten. Inderdaad, we verscholen ons achter een rol en speelden wat de effectieve communicatie betreft een verloren wedstrijd.

Op de middelbare school hebben we ook eens acteurs in de klas gehad. Ik weet niet meer wat ze deden, alleen nog de opmerking van de leraar over hun afgetrapte schoenen: “Blijkbaar hebben ze geen geld om fatsoenlijke kleren te kopen”.
Acteurs zijn arm en onzeker en als ze in de communicatie werken zijn ze ook nog mislukt.
Laten we eerlijk wezen, we hebben lang geleden zelf bijgedragen tot deze beeldvorming. Nog steeds krijg ik schalkse blikken en knipoogjes, alsof we een geheimpje delen, van medewerkers die niet aan de training meedoen, maar het wel enig vinden dat er een acteur op de gang loopt. We spelen toneel, zijn grappig en niet serieus te nemen.
En nog steeds krijg ik de opdracht van trainers om “vanuit de rol” feedback te geven en daarna vanuit de acteur. Geen idee wat ze bedoelen, maar daarover aan andere keer.

Toen ik zag dat Jan, de deelnemer, helemaal achteraan was gaan zitten, had ik de neiging om naar hem toe te gaan en te zeggen: “Bang voor de eerste rij, Jan?”

Niet gedaan natuurlijk, dan laat je je zo kennen, zeg maar.

1 opmerking:

  1. Eind jaren 80 liep ik ook met zo'n grote koffer met kleding, grime en attributen, mijn inklapbare dolk en nepbloed waren favoriet. Ik was toch wel geloofwaardiger als junkie of als in elkaar geslagen vrouw als ik me verkleedde en blauwe plekken schminkte.Dat was bij de politie en ik zou het zo weer doen bij een bedrijf met zo'n rijke verscheidenheid aan clientèle. Jammer eigenlijk dat in de meeste bedrijven de mensen zo op elkaar lijken dat ik alleen nog maar gedrag speel en mijn roze-groene-fluorescerende trainingspak al jaren werkeloos in de kast hangt.

    BeantwoordenVerwijderen