maandag 14 november 2011

Een warm bad

Het voelt goed. Zes deelnemers die een casus hebben voorbereid en een mooie ruimte met koffie, thee, water en koekjes. Ze zijn allemaal gemotiveerd, hebben fijne ervaringen met trainingsacteurs, ze kunnen niet wachten. Ik ben lekker ontspannen, het voelt als een warm bad. De rollenspellen lopen perfect: na enkele vragen van mijn kant over hun leerdoel en wat ze willen bereiken in dit gesprek, gaan ze aan de slag met het lastige gedrag dat ik neerzet en na een heldere evaluatie en goed gestructureerde feedback doen ze het nog een keer en , gemotiveerd als ze zijn, veranderen hun gedrag. Verbluffend resultaat! Moeiteloos schakelen ze naar een andere benaderingswijze en helder weten ze te verwoorden wat ze gewonnen hebben.
Aan het eind van deze feesttraining vertellen ze wat ze van het geleerde in praktijk gaan brengen en hoe ze dat gaan aanpakken. Tevreden gezichten kijken mij uitdagend aan, ik heb hun een gevoel van triomf gegeven, ik ben in mijn element en laat de complimenten over me heen komen. Oh, waren alle trainingen maar zo, wisten alle deelnemers maar precies wat ze wilden bereiken, de slotbrug van mijn communicatiekasteeltje zou met goud zijn geplaveid.
De auto staat me vrolijk op te wachten en terwijl ik met een gevoel van diepe tevredenheid de snelweg met een snelheid van 120 km per uur over vlieg, laat ik de middag nog eens passeren. Heerlijk, die harmonie, die onvoorwaardelijke overgave. Wat schakelden die mensen toch makkelijk over naar nieuw gedrag, helemaal geen strijd, hup, ze pakten het zó op, het leek wel alsof ze er helemaal geen moeite voor hoefden te doen, geen barrières, het leek wel alsof…
ze al wisten welke slag ze zouden maken…ze het al in hun hoofd hadden…
het doorgewinterde deelnemers waren die wisten hoe ze zo’n training door konden komen…
zonder kleerscheuren, zonder ook maar de minste… innerlijke… beweging.

Ik hoor ongeduldig getoeter achter me en merk dat ik 70 km per uur rijd. Expertise, me hoela. Het duiveltje, genaamd routine heeft zich in mij genesteld en mij vergiftigd met de tevredenheid die een warm bad kan geven. Niks gouden plaveisel. Hout van het goedkoopste soort op de rand van verrotting!  Ik geef gas en passeer irritant langzaam rijdende auto’s.
Eén schrale troost: er is in ieder geval iemand in beweging gekomen.