zondag 2 september 2012

Bos


Leuke werkvormen brengen me altijd in verlegenheid. Met z’n allen in een kring en dan een beweging doorgeven, het is van enorm belang, maar ik voel me opgelaten. Dat is niet te zien, want net als de meeste mensen ben ik een goed acteur en doe ik met een blij gezicht mee. Spelletjes roepen het kind in me op, nou en of, ik krijg zo langzamerhand een hekel aan dat kind, want het is veel beter dan ik. Natuurlijk kom ik mezelf dan tegen, dat weet ik ook wel, maar ja, al die afweermechanismen, hoe moet ik het zeggen, ik koester ze.
Als een trainer aan me vraagt of ik nog een leuke werkvorm weet, komt er ter plekke een verzonnen werkvorm naar boven, want ik kan al die spelletjes niet onthouden. Zo bedacht ik ooit een gesprek, waarbij de deelnemer steeds 5 seconden stil moest zijn voordat hij op mij, als acteur, reageerde. Bleek het een bestaande werkvorm te zijn, het stond zelfs in een boek.  Ik wist niet of ik me slim of dom moest voelen.
Ooit heb ik met een goeroe te maken gehad. Hij had een baard en een doordringende, maar vriendelijke blik. De ontmoeting vond plaats  in de 70er jaren op de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar en was onderdeel van een werkweek, waarin communicatie de hoofdrol speelde. De goeroe ging zitten, waarna wij allemaal in een kring op de grond plaatsnamen en hem verwachtingsvol aankeken. Hij keek vrolijk terug en zweeg. Hij zweeg de hele dag. Allereerst werden onze verwachtingspatronen op de proef gesteld, daarna ons gevoel voor humor en ons geduld. Toen kwamen de onvermoede emoties aan de beurt. Aan het eind van de dag omhelsde hij ons allemaal, maar ik voelde geen verbinding, want er woedde nog een strijd in me. Het was indrukwekkend, ik ben het nooit vergeten. We leefden in het ik-tijdperk en deden er alles aan om onszelf te ontdekken. Ik ontdekte dat ik allerlei afweermechanismen, overlevingsstrategieën en buitenkanten heb, die mijn ware ik verbergen. Ik schrok en was jaren van de kaart. Toen ontdekte ik dat afweermechanismen etc een deel waren van het mens zijn en dat het er niet om ging om ze weg te werken, maar om er mee te leren leven. Al die lagen maken de mens interessant. Wie wil er nog zichzelf zijn? Wel nee, we zijn veel interessanter dan dat.
We leven niet meer in de 70er jaren, we zoeken naar manieren om verbinding te maken en daar zijn dan die werkvormen voor. We zoeken wanhopig naar steeds weer andere vormen, de één nog origineler dan de ander, het is een bos waarvan de bomen niet meer te onderscheiden zijn. Pak eens een boom en sla er, in stilte, je armen om heen.
En als je dan werkelijk verbinding hebt met die boom, ja, dan mag je de blaadjes plukken.
Ik ben eigenlijk ook een goeroe. Als afweermechanisme.