Wij
schrijven onze eigen geschiedenis. Soms komt dat verhaal in een ander daglicht
te staan.
Mijn vader
was huisarts in een klein stadje, overal voorzitter van en vol troostende
woorden voor patiënten die in moeilijkheden zaten. Een belangrijk deel van de bewoners
ging op zondag twee keer naar de kerk, hij was niet religieus, u begrijpt: de
roddels vlogen als kraaien boven het maaiveld.
Onlangs had
ik een reünie met een vriendin die ik veertig jaar niet had gezien. Dan merk je
al gauw dat herinneringen aan creatieve erosie doen. Tijdens het nagerecht zegt
ze ineens: “zeg Bert, jouw vader had een vriendin en daar had hij een zoon bij.
Zie je die jongen wel eens?” Ik staar haar vijf seconden aan, verbluft door de
zekerheid waarmee ze het zegt en barst in lachen uit.
Mijn vader,
moet u weten, was een rustige man, een
rots in roerige tijden, die zich niet het hoofd op hol liet brengen. Dat is een
prettige zekerheid in de woelige zee van mijn herinneringen.
Wij denken
vaak de waarheid te weten al hebben we niet alle informatie, want het is zo
fijn om iets met zekerheid te kunnen zeggen: die vage kennis is weer terug bij
zijn vrouw, suiker is vergif, heavy metal is slecht voor de ziel. Niks mis met
die zekerheden, zolang je ze niet gelooft. De zekerheid over die vage kennis,
dat is het echte vergif, het is een roddel en daar kan een mens last van
krijgen.
Wat mij
verontrust is het feit dat ik die roddel niet ken. Vreemd genoeg blijkt bij navraag niemand, die in die tijd in het stadje
woonde, iets van de roddel af te weten. Die vriendin wist het zeker, haar
moeder heeft het haar verteld en dat is geen roddeltante. Gelukkig kon ze het
haar moeder vragen en wat blijkt? Haar moeder heeft nog nooit van die roddel
gehoord…
“Wat in de
herinnering wordt opgeslagen, is geen exacte replica van de werkelijkheid, maar
een herschepping ervan.” ( De onzichtbare Gorilla, Christopher Chabris &
Daniel Simons)
Natuurlijk
waren er roddels, maar deze niet. Dit verhaal is in de loop der tijd ontstaan
in het hoofd van die vriendin, de oorsprong is vergeten. Het is waarschijnlijk
een andere vader, die een losbandig leven leidde en zich daar niet voor
schaamde en zij vond dat wel spannend en bovendien vond ze mijn vader aardig,
zoiets.
De
onzichtbare Gorilla: “Het lijkt erop dat ons geheugensysteem ons graag in het
centrum van de activiteit plaatst”. Ik sta in het centrum van mijn eigen
geschiedenis en kijk naar mijn vader. Als ik maar hard genoeg aan mijn
vermeende halfbroer denk, schrijf ik zo een andere geschiedenis.
Niet verder
vertellen, hoor, daar komen roddels van.